Een klant met een voorliefde voor handgemaakt kwaliteitswerk is op zoek naar een kastje voor in de hal. Uit het overleg dat wij hebben komt naar voren dat zij kiezen voor ambachtelijke verbindingen en het karaktervolle taxushout. Daarnaast geven zij aan liefhebber te zijn van Belgisch hardsteen. Op basis van deze wensen heb ik een ontwerp gemaakt in de gewenste afmetingen. Om het kastje los te houden van zijn omgeving heb ik een strakke ombouw van rustig essenhout gekozen. Daarbinnen mag het taxus gaan ‘vlammen’ in de zijpanelen en de ladefronten. Donker Belgisch hardsteen moet dit levendige geheel tenslotte in toom houden.
De ontwerptekening ligt op de werkbank bij het bekijken van het taxushout. Normaal maak ik van een kast eerst de ombouw en daarna de laden en de fronten. Omdat het taxushout echter zeer bepalend wordt voor het uiterlijk van deze kast, wijzig ik nu deze werkwijze en begin ik met het selecteren en combineren van het taxus.
In eerste instantie ga ik uit van smalle strookjes. De overgangen van het witte taxusspint naar het rode kernhout wil ik in een fijn patroon bij elkaar brengen. Nadat ik dit geheel af had, heb ik het uiteindelijk toch afgekeurd. Het werd te druk en deed teveel aan een parketvloer denken. Uiteindelijk heb ik gekozen voor min of meer één spintgedeelte per ladefront.
De essen ombouw wordt op proef in elkaar gezet. Het is een flinke constructie waarin zes massieve panelen in de achterzijde zitten. De latten die van de voorzijde naar de achterzijde lopen zijn de ladegeleidingen. Dit is een bijzonder en arbeidsintensief systeem. Normaal lopen laden tussen de zijkanten, maar hier lopen de laden over de onderzijden!
De ombouw is in elkaar gelijmd. De uitsparingen voor de handgrepen zijn gemaakte en de dubbele slissen zitten al in de hoekverstekken. Ook kunnen we duidelijk de ladelopers met sponning zien. Het essenhout is allemaal zuiver kwartiers; dat heeft een rustige tekening. Dit is nodig omdat het taxus al levendig is.
Hier zaag ik de zwaluwstaarten voor de laden. Dit gebeurt voor 2 laden tegelijkertijd. De gefreesde groeven voor de massieve ladebodems zijn nog net op de foto te zien.
Aan de onderzijde van de laden zitten ook ladelopers met een sponning. Ik heb dit unieke systeem toegepast omdat de laden veel breder zijn dan diep. Dat is ongunstig voor het schuiven van een lade. Door het hier gekozen geleidingsysteem versmal je als het ware de lade; dat wil zeggen: je versmalt alleen het geleidend systeem maar daardoor schuift de lade alsof hij smal is….. In vergelijking met een metalen kogelgeleiding heeft een houten ladegeleiding veel charme. Het is voor de liefhebber mooier, het werkt prima en is zeer duurzaam. Bij een waardevolle kast als dit ontwerp ervaar ik een metalen kogelgeleiding altijd enigszins als een ‘fremdkörper’ . Op zich is dat natuurlijk helemaal geen probleem, maar gevoelsmatig heeft een puur houten meubel een meerwaarde.
Het eindresultaat is een meubelstuk voor echte liefhebbers: Puur massief essen en taxushout. Alleen eerlijke pen-in-gat-, zwaluwstaart- en slisverbindingen. Zelfs geen schroef is gebruikt. Aan elk detail is aandacht besteed en daarom hoop ik dat men lang van deze kast zal genieten.